Een Hadith is een overlevering van, of over de Profeet (vrede zij met hem). Het kan zijn dat de Profeet (vrede zij met hem) bijvoorbeeld iets heeft gezegd, iets heeft gedaan, wat hij heeft goedgekeurd of heeft afgekeurd. Deze overleveringen komen van de metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem), die ze in opdracht van de Profeet (vrede zij met hem) hebben onthouden en doorverteld zonder er iets aan toe te voegen en/of te veranderen. Via deze overleveringen (hadith) kennen wij vandaag de dag de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) en zijn metgezellen.
Hadith an-Nawawi 24
De Profeet (vrede zij met hem) verhaalde over zijn Heer dat Hij heeft gezegd: “O Mijn dienaren, Ik heb voor Mijzelf onrecht verboden en heb dat onder jullie ook verboden gemaakt. Doe elkaar dan ook geen onrecht aan. O Mijn dienaren, jullie zijn allen dwalenden, behalve degene die Ik geleid heb; vraagt Mij daarom om geleid te worden en Ik zal jullie leiden. O Mijn dienaren, jullie lijden allen honger, behalve degene die Ik gevoed heb; vraagt Mij daarom om gevoed te worden en Ik zal jullie voeden. O Mijn dienaren, jullie zijn allen naakt, behalve degene die Ik gekleed heb; vraagt Mij daarom om gekleed te worden en Ik zal jullie kleden. O Mijn dienaren, waarlijk, jullie begaan dag en nacht zonden en Ik vergeef alle zonden; vraagt Mij daarom om vergiffenis en Ik zal jullie vergeven. O Mijn dienaren, jullie zijn niet in staat om Mij te benadelen met enig nadeel. En jullie zijn niet in staat om Mij te bevoordelen met enig voordeel. O Mijn dienaren, al zouden jullie eerste tot en met jullie laatste en (alle) mensen en djinns net zo godvrezend zijn als de meest godvrezende persoon onder jullie, dan zou dat niets aan Mijn Heerschappij toevoegen. O Mijn dienaren, al zouden jullie eerste tot en met jullie laatste en (alle) mensen en djinns net zo verdorven zijn als de meest verdorven man onder jullie, dan zou dat niets aan Mijn Heerschappij veranderen. O Mijn dienaren, al zouden jullie eerst tot en met jullie laatste en (alle) mensen en djinns, allemaal op één vlakte staan en Mij vragen, en Ik zou iedereen al wat hij verlangde geven, dan zou dat niet meer verminderen van wat Ik heb (aan bezit), dan dat wat een naald onttrekt, wanneer deze in de zee wordt gedompeld. O Mijn dienaren, het zijn uitsluitend jullie daden (waarop jullie afgerekend zullen worden) die Ik voor jullie optel en daarnaar zullen jullie beloond worden. Wie het goede treft (in het hiernamaals), moet Allah prijzen (Alhamdoelillaah zeggen). En wie iets anders dan dat treft, laat hem niemand anders dan zichzelf verwijten.”
[Hadith an-Nawawi nummer 24, Sahieh Muslim]
Gezegd door: Aboe Dharr al-Ghifaarie (radiAllahoe ‘anhu)