‘Oebaadah ibn as-Saamit (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de profeet ﷺ gezegd heeft:
“Wanneer iemand in de nacht opstaat en zegt:
لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ وَحْدَهُ لاَ شَرِيكَ لَهُ لَهُ الْمُلْكُ وَلَهُ الْحَمْدُ وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ الْحَمْدُ لِلَّهِ وَسُبْحَانَ اللَّهِ وَلاَ إِلَهَ إِلاَّ اللَّهُ وَاللَّهُ أَكْبَرُ وَلاَ حَوْلَ وَلاَ قُوَّةَ إِلاَّ بِاللَّهِ
Niets heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah alleen zonder deelgenoot. Aan Hem behoort het koninkrijk, Hem komt alle lof toe en Hij is almachtig over alle zaken. Alle lof komt toe aan Allah, geprezen is Allah, niets heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allah, Allah is de grootste en er is geen macht of kracht behalve bij Allah.
… en daarna zegt: O Allah vergeef mij of een smeekbede verricht, dan zal deze verhoord worden. Als hij de kleine rituele wassing verricht en gaat bidden, dan zal zijn gebed worden aanvaard.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 1154
‘Abdoellah ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader) zei:
“Ik overnachtte eens bij Maymoenah, de vrouw van de profeet ﷺ en mijn tante. Ik ging in de breedte van het kussen liggen, terwijl de boodschapper van Allah ﷺ en zijn vrouw in de lengte ervan liggen. De boodschapper van Allah ﷺ sliep tot aan de helft van de nacht, of iets ervoor of erna. Toen werd hij wakker en begon de slaap uit zijn ogen te wrijven. Vervolgens reciteerde hij de laatste 10 verzen van soerah Aali ‘Imraan. Daarna wendde hij zich tot een opgehangen waterzak en verrichtte hier de kleine rituele wassing uit op een volmaakte wijze. Vervolgens begon hij te bidden.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 183 & Sahieh Muslim 763