‘Aaïshah (moge Allah tevreden met haar zijn) zei:
“Elke nacht wanneer de profeet ﷺ naar bed ging, nam hij zijn handen samen, spuugde er vervolgens lichtelijk in en reciteerde hierin:
Soerah al-Ikhlaas (112), al-Falaq (113) en an-Naas (114)
Daarna veegde hij met zijn handen over zijn lichaam over dat gedeelte wat hij kon bereiken. Hij begon bij zijn hoofd, zijn gezicht en de voorkant van zijn lichaam. Dit deed hij drie keer.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 5017
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) zei in een wat langere overlevering:
Aayat al-Koersie.
Een bewaker van Allah zal bij je blijven en geen duivel zal je naderen, totdat de ochtend aanbreekt.
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 2311
Aboe Mas’oed al-Ansaarie (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat de boodschapper van Allah ﷺ gezegd heeft:
“Wanneer iemand deze twee verzen aan het eind van soerah al-Baqarah op een nacht reciteert, dan zullen deze hem volstaan.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 5009 & Sahieh Muslim 808
Hoedhayfah ibn al-Yamaan (moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader) zei:
“Wanneer de profeet van Allah ﷺ op zijn deken ging liggen (om te slapen), dan zei hij:
بِاسْمِكَ اللَّهُمَّ أَمُوتُ وَأَحْيَا
In Uw naam o Allah sterf ik en leef ik.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 6324 & Sahieh Muslim 2711
‘Abdoellah ibn al-Haarith (moge Allah hem genadig zijn) zei:
“’Abdoellah ibn ‘Omar droeg een man op om het volgende te zeggen als hij in bed ging:
اللَّهُمَّ خَلَقْتَ نَفْسِي وَأَنْتَ تَوَفَّاهَا لَكَ مَمَاتُهَا وَمَحْيَاهَا إِنْ أَحْيَيْتَهَا فَاحْفَظْهَا وَإِنْ اللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ الْعَافِيَةَ أَمَتَّهَا فَاغْفِرْ لَهَا
O Allah U hebt mijn ziel geschapen en U neemt het tot U. Aan U ligt haar dood en leven. Als U haar laat leven, bescherm haar dan. Als U mijn ziel doet sterven, vergeef haar dan. O Allah, ik vraag U om welzijn.
Daarop vroeg iemand hem: Heb jij dit van ‘Omar gehoord? ‘Abdoellah antwoordde: Ik heb dit gehoord van iemand die beter is dan ‘Omar, namelijk van de boodschapper van Allah ﷺ.”
Deze hadieth staat in Sahieh Muslim 2712
Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:
“Wanneer de boodschapper van Allah ﷺ in bed ging, dan zei hij:
الْحَمْدُ لِلَّهِ الَّذِي أَطْعَمَنَا وَسَقَانَا وَكَفَانَا وَآوَانَا فَكَمْ مِمَّنْ لاَ كَافِيَ لَهُ وَلاَ مُئْوِيَ
Alle dank komt toe aan Allah Degene Die ons heeft gevoed, ons te drinken heeft gegeven, ons voldoening heeft gegeven en ons onderdak heeft geschonken. Want hoeveel zijn er die niemand hebben om hun voldoending noch onderdak te geven.”
Deze hadieth staat in Sahieh Muslim 2715
Soehayl (moge Allah hem genadig zijn) zei:
“Wanneer iemand van ons wilde gaan slapen, droeg Aboe Saalih hem op om op zijn rechterzijde te gaan liggen en daarna te zeggen:
اللَّهُمَّ رَبَّ السَّمَوَاتِ وَرَبَّ الأَرْضِ وَرَبَّ الْعَرْشِ الْعَظِيمِ رَبَّنَا وَرَبَّ كُلِّ شَىْءٍ فَالِقَ الْحَبِّ وَالنَّوَى وَمُنْزِلَ التَّوْرَاةِ وَالإِنْجِيلِ وَالْفُرْقَانِ أَعُوذُ بِكَ مِنْ شَرِّ كُلِّ شَىْءٍ أَنْتَ آخِذٌ بِنَاصِيَتِهِ اللَّهُمَّ أَنْتَ الأَوَّلُ فَلَيْسَ قَبْلَكَ شَىْءٌ وَأَنْتَ الآخِرُ فَلَيْسَ بَعْدَكَ شَىْءٌ وَأَنْتَ الظَّاهِرُ فَلَيْسَ فَوْقَكَ شَىْءٌ وَأَنْتَ الْبَاطِنُ فَلَيْسَ دُونَكَ شَىْءٌ اقْضِ عَنَّا الدَّيْنَ وَأَغْنِنَا مِنَ الْفَقْرِ
O Allah, Heer van de hemelen, Heer van de aarde en Heer van de geweldige Troon. Onze Heer en de Heer van alles en iedereen. Ontkiemer van de graankorrel en de dadelpit. Degene die de Thora, de Evangelie en de Onderscheider (Koran) heeft doen neerdalen. Ik zoek mijn toevlucht bij U tegen het kwaad van alle zaken. U hebt hen volledig in Uw macht. O Allah, U bent de Eerste en niets was er vóór U. U bent de Laatste en niets is er na U. U bent De Meest Verhevene en niets is boven U. U bent De Verborgene en niets is nabijer dan U. Los de schuld van ons af en verrijk ons tegen de armoede.
Aboe Saalih leverde dit over van Aboe Hoerayrah van de profeet ﷺ.”
Deze hadieth staat in Sahieh Muslim 2713
Al-Baraa- ibn ‘Aazib (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:
“Wanneer jij naar bed wil gaan, verricht dan de kleine rituele wassing zoals je die verricht voor het gebed. Ga vervolgens op je rechterzijde liggen en zeg:
اللَّهُمَّ أَسْلَمْتُ وَجْهِي إِلَيْكَ وَفَوَّضْتُ أَمْرِي إِلَيْكَ وَأَلْجَأْتُ ظَهْرِي إِلَيْكَ رَغْبَةً وَرَهْبَةً إِلَيْكَ لاَ مَلْجَأَ وَلاَ مَنْجَا مِنْكَ إِلاَّ إِلَيْكَ اللَّهُمَّ آمَنْتُ بِكِتَابِكَ الَّذِي أَنْزَلْت وَبِنَبِيِّكَ الَّذِي أَرْسَلْتَ
O Allah ik onderwerp mijzelf over aan U. Ik laat mijn zaken over aan U. Ik stel al mijn vertrouwen in U. Ik verlang naar U en heb vrees voor U. Er is geen toevluchtsoord en geen redding tegen U, behalve bij U. O Allah, ik geloof in Uw boek dat U geopenbaard hebt en in Uw profeet die U gezonden hebt.
Als jij in die nacht sterft, dan bevindt jij je op de natuurlijke aanleg. Laat het jouw laatste woorden zijn die je uitspreekt. Ik herhaalde de woorden voor de profeet ﷺ en toen ik bij de volgende woorden kwam:
Ik geloof in Uw boek dat U geopenbaard hebt, zei ik: En in Uw boodschapper die U gezonden hebt. Daarop zei de profeet ﷺ: Nee, zeg: En in Uw profeet die U gezonden hebt.”
Deze hadieth staat in Sahieh al-Boekharie 247 & Sahieh Muslim 2710